Rekeningen van het
kleermakersgildeIn het archief van het
gemeentebestuur van Wijk bij Duurstede ligt een register met
rekeningen van de broederschap van St. Jan Baptist van 1629-1745. Dat
er rekeningen bewaard zijn van dit kleermakersgilde is heel bijzonder.
De administratie van de gilden was doorgaans slecht op
orde. Deze rekeningen zijn ooit ingebonden. Hierbij is niet
steeds een chronologische volgorde aangehouden. Ook zijn lege
pagina’s in de rekeningen gebruikt voor latere aantekeningen en/of
rekeningen. Van al deze rekeningen is een transcriptie gemaakt waarin
de chronologische volgorde is hersteld. De bladzijnummering in
vierkante haken geeft de originele plaats in het ingebonden register
weer. Het hele boekje van 62 folio’s is getranscribeerd.
Naast rekeningen bevat dit register ook diverse aantekeningen
uit de zogenaamde morgenspraak. Het gilde kende een vorm van eigen
rechtspraak, de morgenspraak genoemd. De gezamenlijke gildebroeders
konden een lid dat in overtreding was bekeuren. Ook ging het gilde
actief op zoek naar mensen die clandestien werkten, de zogenaamde
beunhazen. Volgens Wikipedia is dit woord afkomstig van
het Nederduitse "böhnhase" — een zeventiende-eeuwse term voor
iemand die het vak van kleermaker uitoefende zonder dat hij lid was
van een gilde. In de rekening over de jaren 1671-1673 komt de
volgende zinsnede voor: "Voor een beunaes gesocht maar niet gevonden
niet goet gedaen." In de rekening van 1675-1676 staat: "Noch ontfangen
van een beuenaes bevonden te wercken aen den Amerongen dijck ten
huijsen van Jan Tonisz." Het kleermakersgilde van Wijk bij
Duurstede is in 1514 opgericht, getuige een kopie van de gildebrief in
het archief van het gemeentebestuur van Rhenen (arch.nr 152, inv.nr
111A1). Hieruit weten we wat er van de gildebroeders – en, heel
uitzonderlijk, gildezusters – werd verwacht. Ook hoe zij lid konden
worden van het gilde, namelijk door het afleggen van de gildeproef,
het maken van een aantal werkstukken, die in de gildebrief duidelijk
zijn omschreven. |